Je zou Unifly, een Antwerpse ontwikkelaar van software voor het monitoren van dronevluchten, zonder blikken of blozen een startup kunnen noemen. Maar die status is het ambitieuze bedrijf ondertussen al even ontgroeid. Hoewel Unifly deze zomer nog maar 2 kaarsjes mocht uitblazen, verzamelden de innovatieve geesten bij Unifly wereldwijd al heel wat naam en faam. In 2012 werden twee militaire luchtverkeersleiders, Andres Van Swalm en Jürgen Verstaen, voor het eerst geconfronteerd met drones in het luchtruim. Zij zagen onmiddellijk het potentiële conflict met de bemande luchtvaart, zeker als de technologie nog verder zou aanslaan.

 

A little bit of history

Beide heren gingen bij kennisinstelling VITO te rade: hoe kan dit conflict in het luchtverkeer worden opgelost? Ze werkten een software-prototype uit dat door VITO werd onderzocht. Zo kwam de volgende vraag prominent aan bod: “Is de voorgestelde oplossing haalbaar voor implementatie?” Zo kwamen Andres en Jürgen in contact met Koen Meulemans en Hans Schrauwen. Na het positieve resultaat van hun onderzoek beslisten ze om Unifly op te richten als spin-off van VITO. Mark Kegelaers werd dan aangetrokken als ceo en people manager. Omdat hij directeur was bij de pilotenschool BAFA kende hij de wereld van de luchtvaart maar al te goed en was hij de best geplaatste persoon om Unifly te leiden.

We praten voor dit interview met Ellen Malfliet, de communicatie-expert van Unifly. Zij heeft een sterke IT-achtergrond doorspekt met marketing- en communicatie-ervaring. Na een tijd bij IBM gewerkt te hebben in het Verenigd Koninkrijk, zag zij een opportuniteit om zich te specialiseren in de driehoek marketing, communicatie en IT. Bij Unifly vertaalt zich dat concreet in een zeer professionele aanpak van het marcom-verhaal.

 

Killer-software?

“Wat betreft de software waarmee Unifly op de markt komt, zijn de drone-operatoren de belangrijkste eindgebruikers.”, vertelt Ellen Malfliet. “Ze krijgen concrete antwoorden op logische vragen zoals: ‘Mag ik hier vliegen?’ en ‘Wie vliegt er hier nog?’.

“Een belangrijke groep van gebruikers van de Unifly-software zijn de ANSP’s (Air Navigation Service Providers) die ook een overzicht moeten hebben van welke drone waar vliegt”, gaat Malfliet verder. “Waar de ATC’s (Air Traffic Controllers) nu een 2 à 3-tal vliegtuigen ‘managen’, zou dit voor drones volledig computergestuurd moeten kunnen. Dat is waar Unifly aan werkt. Een eindgebruiker kan dan via het Unifly-platform een aanvraag doen, gekoppeld aan een geofencing-tool ter ondersteuning, zodat een drone operator perfect weet waar en wanneer hij wel of niet mag vliegen. In de toekomst zal dit gelinkt worden aan de systemen van de overheid, zodra die beschikbaar zijn.”

Unifly werkt met een open API, zodat iedereen kan inhaken in het Unifly-systeem. De ANSP’s betalen voor het gebruik van het systeem, net zoals de professionele gebruikers die een betalende app moeten aanschaffen. Malfliet: “Deze app verwerkt alle aanvragen, checkt alle parameters en doet aan datatracking van elke vlucht. Zelfs de NOTAMs (soort vluchtwaarschuwing voor alle piloten) geven een ‘collision warning’ voor zowel bemande als onbemande vluchten, wat de veiligheid in de lucht enorm verhoogt, in acht genomen dat bemande luchtvaart altijd voorrang heeft. Voor recreatieve vluchten is er ook een gratis versie van de app beschikbaar.”

 

Concurrentie houdt je scherp

De voornaamste concurrent van Unifly in hetzelfde segment is Airmap, een Amerikaans bedrijf. Zij zijn een stukje groter en hebben in de VS al wat meer jaren softwareontwikkeling achter de kiezen. Ellen Malfliet legt uit waarom Unifly toch een streepje voor heeft op de Amerikanen: “Het complexe Europese gegeven van wetgeving en uitzonderingen op de wetgeving, is iets wat Amerikanen in hun thuismarkt niet kennen. Ook de taalverschillen en de regionale en culturele verschillen spelen een rol. Als Europese thuisspeler is dat iets wat op ons platform perfect ingebed is. Ook is de dronedata bij Unifly eigendom van de ANSP’s, en maakt die dus geen deel uit van een commercieel verdienmodel zoals bij de Amerikaanse concullega’s. Dat maakt dat Unifly in Europa, maar ook wereldwijd een sterke case brengt voor geïnteresseerde partners. Ook de open API is uniek. Unifly is zonder twijfel een globale speler.”

 

De ideale wereld volgens Unifly

Malfliet bekijkt de toekomst door een roze bril: “We leven dan idealiter in een wereld waar vliegende auto’s en passagiersdrones algemeen aanvaard zijn en regelmatig rondvliegen.” Ze lacht: “Dat verkeer wordt veilig geregeld door Unifly-software. De maatschappij zal steeds meer evolueren naar een ‘Mobility-as-a-Service’-model. Daarin zullen drones perfect hun plaats vinden. Ook zullen de meer ‘routineuze’ drone-taken automatisch worden uitgevoerd: imaging, beveiliging van bepaalde sites, ondersteuning van biologische landbouw, noem maar op…”

“Air Traffic Management zal evolueren naar een collaboratief model”, gaat ze verder. “Hierbij zal Unifly idealiter een trekkende rol spelen. Dit zal ook leiden naar een administratieve automatisering en vereenvoudiging. Het is niet haalbaar het talrijke en complexe onbemand verkeer van morgen manueel op te blijven volgen.”

(Update: Unifly werkt samen met Belgocontrol en DGLV)

 

The future is now!

Unifly mikt tegen eind 2018 te groeien naar meer dan 50 medewerkers. Er wordt ook gekeken naar samenwerkingen met hardware-bouwers, wat een sterke synergie zou kunnen opleveren. Ellen Malfliet: “Drone worden willens nillens een onderdeel van de toekomst, zeker voor veiligheidstoepassingen. De robotica- en artificiële intelligentie-oplossingen worden steeds beter en dit zal ook positieve gevolgen hebben voor dronegebruik en dronetoepassingen. De maatschappij als geheel is bezig aan een gigantische shift, vergelijkbaar met de industriële revolutie. Dat gaat dan om het ‘Internet of Things’-verhaal, meer groene energie, meer en meer nieuwe jobs die voorheen onbestaande waren… Daarom is het belangrijk dat de wetgever en de overheid niet achterophinken maar proactief meedenken met de industrie om een wetgeving op poten te zetten die de ontplooiing van een dergelijke industrie faciliteren.”

Pin It on Pinterest